Nederland België Deutschland Schweiz Österreich

Licht op groen slim ventileren


Licht op Groen (Slim ventileren)

Sinds de jaren tachtig is het isoleren van woningen in zwang. Weg koude en vochtige muren, weg kieren. Zelfs in extreem energiezuinige huizen worden alle lekken en kieren luchtdicht afgedekt na controle met een luchtpomp.
Die ontwikkeling heeft een keerzijde. In slecht ventilerende woningen hoopt zich vocht op (gauw 10 tot 15 liter per dag), rookgassen van het gasstel, geiser en de open haard; kooldioxide, die we uitademen en het radioactieve gas radon uit de muren en uit de grond.

Met deze omstandigheden zijn schimmels, mijt en bacteriën heel blij. Voor de mens zijn ze ziekmakend. Eczeem en astma komen vaker voor in vochtige dan in droge woningen, maar ook geïrriteerde ogen, vermoeidheid en hoofdpijn. Bovendien kost het opwarmen van vochtige woningen extra energie.
Radon leidt jaarlijks tot een paar honderd gevallen van longkanker in ons land. Is er te weinig zuurstof (uit frisse lucht) beschikbaar, dan ontstaat bij open verbranding (geiser, kachel, haard) het reukloze koolmonoxide. Koolmonoxide leidt nog steeds tot dodelijke slachtoffers.
De remedie in alle gevallen is: goed ventileren. 24 uur per dag, zegt onze rijksoverheid.

Bij ventilatie vervangen we vervuilde en te vochtige lucht door schone lucht. Zonder technische ingrepen laten we vooral in het stookseizoen warme lucht ontsnappen en zuigen we veelal droge, koude lucht naar binnen. Het kost de nodige energie om die koude lucht op kamertemperatuur te krijgen.
Maar het kan anders. In de bouw zijn twee warmte-terug-winsystemen (WTW) heel gangbaar waarbij de uitgaande warme lucht wordt benut om de koude lucht op te warmen: de platenwisselaar voor woningen, het warmtewiel voor kantoren. In nieuwe woningen is het benodigde buizensysteem nog netjes weg te werken. Voor bestaande woningen en bij voorbeeld klaslokalen zijn combinaties van ventilatiesystemen en radiatoren mogelijk. Deze betrekken de lucht rechtstreeks door de gevel, waardoor een uitgebreid systeem van luchtkanalen wordt vermeden.

De platenwisselaar is een installatieonderdeel in het ventilatiesysteem waarbij uitgaande lucht zijn warmte via een metaal of glas afstaat aan de binnenkomende koude lucht. Door de scheiding komen de vuile en schone lucht niet met elkaar in aanraking. Het systeem is simpel
en onderhoudsarm, maar neemt wel enige ruimte in beslag.
Een optimaal rendement (tot 90 procent) wordt toegedicht aan een balanssysteem met WTW: dat laat evenveel lucht binnen als er naar buiten gaat waarbij de uitgaande lucht warmte afgeeft aan de binnenkomende lucht. In de zomer kan het nuttig zijn de platenwisselaar uit te schakelen. Dan zijn veel huizenbezitters juist blij dat er 's nachts koele lucht door het huis stroomt. Dat scheelt overdag in het gebruik van de airco. Voor grote gebouwen zoals kantoren en andere grote gebouwen komt het warmtewiel in beeld. In dit apparaat met een doorsnee tot 5 meter gaat de warmte in de rotor over op een fijnmazig metalen netwerk. Die warmte staat het systeem even later af als de rotor de buis met koude lucht passeert. Het systeem kan uitgebreid worden met een vochtregulator. Die haalt waterdamp uit de warme lucht en verhoogt zonodig de luchtvochtigheid van de instromende koude lucht. De ideale relatieve luchtvochtigheid, (de hoeveelheid waterdamp in de lucht ten opzichte van met vocht verzadigde lucht), is circa 50 tot 60 procent. Te droog is niet gezond (geïrriteerde ogen,
neus luchtwegen) maar te vochtig is ook zeker niet aan te raden (schimmels). De overheid stimuleert 24 uur ventileren op een dag. Dat kan met een constante hoeveelheid, maar je kunt ook vraag gestuurd ventileren. Er zijn installaties die werken met een kooldioxidemeter.
De ventilator past zijn activiteiten aan bepaalde grenswaarden.

Ditzelfde geldt voor het vochtpercentage. Het is een antwoord op het Sick Building Syndroom (hoofdpijn, concentratieproblemen, vermoeidheid en prestatieverlaging) door een combinatie van een te hoge binnentemperatuur en een te hoge concentratie van kooldioxide.
Helaas zijn de sensoren die radon kunnen meten nog erg kostbaar, zodat de ventilatie hierop niet kan worden afgestemd. Daarom zal het ventilatiesysteem altijd in kleine hoeveelheden blijven ventileren, ook al is het CO2-gehalte en de luchtvochtigheid in orde. Rond hedendaagse ventilatiesystemen doen de nodige klachten de ronde. Ze zijn te lawaaiig of veroorzaken gezondheidsklachten. Vaak blijken de oorzaken te liggen bij verkeerde uitvoering, gebrekkig -of zelfs geen- onderhoud en foute bediening door onbekendheid met het systeem. Uit een onderzoek van het ministerie van VROM in 2011 blijkt geen direct verband tussen de ventilatiesystemen en gemelde ziekteverschijnselen.

Wel heeft het geleid tot een aantal adviezen aan de bewoners en de bouwers. Zo mag de schone lucht niet worden vervuild door de uitgeblazen lucht. Het is altijd verstandig slaapkamers 's nachts extra te ventileren met behulp van kiepramen. Met aangepaste bouwadviezen, waaronder het beperken van bochten, kan de lawaaioverlast worden beperkt. Een van de belangrijkste adviezen in de bouw is nu: vervang tijdig de filters, minstens eens per half jaar. Filters zijn broeinesten van schimmels en bacteriën. Oude filters leiden tot het tegenovergestelde doel van ventilatie: ze verzieken letterlijk het binnenmilieu. Binnen verkeert de lucht dan in alarmfase rood.

Bron: Leeuwarder Courant 21-04-2012